We staan voor een gigantische uitdaging: de CO2-uitstoot in Nederland moet fors omlaag!

De eis die in het Klimaatakkoord staat, is dat in 2030 de CO2-uitstoot in Nederland met bijna de helft verminderd moet zijn ten opzichte van 1990. In de praktijk betekent dit een CO2-reductie van maar liefst 48,7 megaton CO2 in de komende 8 jaar. In de landbouw moet de CO2-uitstoot met 3,5 megaton omlaag. Daarnaast is de hoge stikstofuitstoot, met name in de landbouw, een ander zeer actueel probleem.

Twee enorme opgaves waar de landbouw voor staat:

1.  De wijze waarop veel veehouders de mest en urine opvangen in de stal en deze drijfmest vervolgens opslaan en op het land brengen, is erg   vervuilend voor het milieu.

Bij het uitrijden van de drijfmest wordt de stikstof niet goed door het gewas opgenomen. Daardoor spoelen de stoffen uit de drijfmest uit naar de sloten en diepere grondlagen en komen ze in de lucht terecht.

2.  Het huidige gebruik van kunstmest is niet langer houdbaar!

Redenen:

  • De productie en het gebruik van kunstmest zorgt voor zeer veel CO2-uitstoot
  • Het bodemleven verschraalt door het gebruik van kunstmest. Kunstmest verstoort de natuurlijke processen in de bodem: organische stof wordt versneld afgebroken en er wordt geen humus opgebouwd. En dat is desastreus, want humus is de accu van de bodem

Stikstofprobleem

De hoeveelheid stikstofoxiden en ammoniak in de lucht heet de stikstof-concentratie. Stikstofoxiden komen vooral in de lucht terecht door uitlaatgassen van het verkeer en de uitstoot van industrie. Ammoniak komt met name van dieren in de veeteelt. Een klein deel komt uit overige bronnen zoals industrie, de bouw en het verkeer. Boeren gebruiken mest van dieren en kunstmest om hun land te bemesten. Een deel van die mest verdampt als ammoniak en komt zo in de lucht. Om de zogenaamde ‘stikstofproblematiek’ goed te begrijpen, zijn drie termen belangrijk:

• Concentratie (hoeveel zit er in de lucht)

• Emissie (hoe komt het in de lucht)

• Depositie (hoe komt het op/in de grond)

Emissie

Ammoniak komt vooral uit de landbouw, maar ook het verkeer en mensen produceren ammoniak. Boeren gebruiken mest omdat het zorgt voor een betere plantengroei en hogere gewasopbrengsten. Uit de mest verdampt stikstof als ammoniak en komt in de lucht terecht. Een ander deel van de stikstof kan uitspoelen naar het grondwater; dit heet (nitraat)uitspoeling

Depositie

De stikstofoxiden en ammoniak in de lucht komen uiteindelijk weer op de grond terecht. Dit heet stikstofdepositie. De veel te hoge neerslag van stikstof en ammoniak leidt tot verzuring en vermesting van de bodem. Verzuring leidt tot de uitspoeling van belangrijke mineralen, waaronder kalk. Dit heeft een negatief effect op planten en dieren. Vermesting leidt tot het wegdrukken van veel plantensoorten door die enkele soorten die wel goed gedijen bij een hoog stikstofgehalte. Dit is desastreus voor de biodiversiteit; het aantal verschillende planten en dieren in Nederland neemt dramatisch af.

Derogatievergunning

Veehouders mogen op hun landbouwgrond 170 kilogram stikstof uit dierlijke mest per hectare per jaar gebruiken. Met een derogatievergunning wordt dit verhoogd tot 230 of 250 kilogram. Nederland heeft derogatie in 2020 en 2021. Deze derogatie wordt in de praktijk alleen gegeven voor grasland in de melkveehouderij in gebieden waar de graslandopbrengst hoog is, zoals Nederland.

EU eens over 55% minder CO2-uitstoot in 2030

Onlangs sloten de EU-landen en het Europees Parlement een akkoord over het opschroeven van de klimaatdoelstellingen. De doelstelling om in 2030 40% minder CO2 uit te stoten dan in 1990, is daarmee verhoogd naar 55%. Voor het eerst is in de wet vastgelegd dat de EU in 2050 klimaatneutraal moet zijn. Eerder stelde de Nederlandse politiek in het Klimaatakkoord het doel vast: in 2030 stoten we in Nederland bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uit dan we in 1990 deden. Met het akkoord dat onlangs is gesloten tonen de Europese lidstaten de hoge urgentie aan van het terugdringen van de CO2-uitstoot in Europa.

Translate »